Zdenek greep maar net naast de ritzege in de laatste rit van de Tour de l’Eurométropole. In de finale ging hij samen met twee andere renners in de aanval, liet hen vervolgens achter om pas gegrepen te worden onder de rode vod van de laatste kilometer.
“Het ging er van bij de start snel aan toe. Dat was eigenlijk normaal, want dat heb je altijd bij zulke korte etappes. We moesten vandaag slechts 155 kilometer afleggen. In het eerste uur haalden we al een gemiddelde van 52 kilometer per uur. Daarna ging het er iets rustiger aan toe.”
Na die 52 kilometer volgden zes lokale rondjes. “En daarin zat een klimmetje van 1,5 kilometer. Ik spaarde mijn energie voor de laatste passage en ging dan samen met Matti Breschel en Jens Keukeleire in de aanval. Goede jongens om mee naar de finish te gaan, maar we werkten niet goed genoeg samen.”
“Op drie kilometer van de streep kwam het peloton terug. Ik probeerde het nog eens solo, maar met nog een kilometer te gaan was mijn kaars uit. Uiteindelijk ga ik naar huis met een goed gevoel. Ik werd hier met de dag beter en beter. Dinsdag start ik nog in Binche - Chimay – Binche.”