Styby en zijn ploeg Etixx-Quick Step kende vandaag een pechdag in Milaan-Sanremo. In de eerste grote klassieker van het seizoen kwam onze Tsjech twee keer ten val. “De tweede keer was in de afdaling van de Poggio. Game over dus.”
“Het was niet mijn dag”, begint Styby zijn wedstrijdverhaal. “De eerste keer kwam ik ten val in de afdaling van de Capo Berta. Ik dacht dat de wedstrijd daar al over was voor mij. Toch sloot ik na een tijdje weer aan bij het peloton. Een mirakel eigenlijk.”
Zdenek voelde nog veel kracht in de benen. “En dus demarreerde ik op de Cipressa en de Poggio samen met Philippe Gilbert. Onze demarrages waren niet succesvol, maar zo zat ik wel goed vooraan in het peloton en daar wilde ik ook graag blijven.”
“In de afdaling van de Poggio liep het mis. Edvald Boasson Hagen ging laat in de remmen en Gilbert, die in het wiel zat van Boasson Hagen, reed vol tegen een muur. Ik kon Gilbert helemaal niet ontwijken en kwam samen met nog een paar renners ten val.”
De koers was over. “Ik ben boos. Ik heb mezelf zo goed voorbereid op deze koers. We reden 300 kilometer, vooral in slecht weer, en dan kom je op 3 kilometer van het einde ten val. Een zwarte dag voor de ploeg, want ook Michal Kwiatkowski was betrokken in mijn valpartij.”
“Mark Cavendish was helaas toen al even gelost. Sprinten zou te moeilijk zijn geweest voor Kwiatkowski of mezelf, maar misschien had er wel een late demarrage ingezeten… Een hele slechte dag voor me. Ik miste ook een etenszakje en mijn computertje deed het niet.”
Belangrijker: aan zijn val hield Styby gelukkig weinig over. “Mijn ribben doen wel een beetje pijn, maar dat zal wel over gaan. Hopelijk zat al het ongeluk van de klassiekers in Milaan-Sanremo en gaat het binnenkort weer een stuk beter.”